La Paz & Death Road (Coroico)

3 april 2015 - Coroico, Bolivia

Om vanuit Copacabana in La Paz te komen moet je ongeveer 6 uur reizen met de bus (en boot). Bussen vind je allemaal om een van de grote pleinen kmin Copacabana heen. Er is dus geen echte terminal, gewoon een straat waar een grote hoeveelheid verkopers bestemmingen roepen. We vinden (nog steeds samen mwt Patrick en Jon) een oude schoolbus die 15min later zal vertrekken, wachten tot de grote toeristenbussen vol zijn kan nog uren duren..

De bus vertrekt en de eerste paar uur zijn vooral haarspeldbochten door het prachtige berglandschap van Bolivia. Vervolgens komen we aan in een kleine havenstad, hier worden we allemaal gesommeerd de bus te verlaten. Meer informatie krijgen we niet en dat leidt tot een beetje verwarring. Vooral omdat de 'locals' wel mogen blijven zitten. Het blijkt dat we de rivier moeten oversteken, wij via een klein toeristenbootje (kost 2 bolivianos) en de bus + locals via een soort grote trekschuit. Heel apart, en het regent ook nog eens keihard.. Al vrij snel zijn wij aan de overkant en kunnen we toekijken hoe onze bus bovenop een platte trekschuit onze kant op komt. Hij staat een beetje scheef, een heel apart gezicht. Eenmaal ook aan de overkant kunnen we verder, en is het nog zo'n 3 uur tot aan La Paz.

De stad La Paz begint ineens, en houdt nooit meer op. Zodra de bus de stadgrenzen bereikt heeft, bevind je je in een grote verkeerschaos. Overal auto's. Overal mensen. Overal kleine kraampjes met eten, en kleine garages om de vele botsingen te verwerken. En die botsingen kunnen echt niet uitblijven, men (en dan vooral collectieve taxi's) rijdt als gekken. Deze voorstad is al enorm, het duurt ongeveer een uur voor je in de buurt van de rest van de stad komt. En die is groots.. Wow.

La Paz is gebouwd in een vallei, en is het dal inmiddels ontgroeid. De stad is daarom nu tegen de bergen opgeklommen en strekt daar nog veel verder uit. Een precies inwoneraantal is lastig, internet zegt verschillende dingen. Bolivianen zelf houden het op meer dan 2 miljoen, en daarmee dus de grootste stad in het land ( 2 = Santa Cruz 3 = Cochabamba). De stad zelf is een grote chaos, zoals de voorstad al deed vermoeden. Ik vind het moeilijk om die ervaring accuraat te beschrijven, je moet er zelf maar heen ;-) Wel oogt het een georganiseerde chaos. Er zijn duidelijke regels voor toeristen (niet alleen in het donker naar buiten, alleen taxi's met een bubbel op het dak), veel politie, alle winkels zijn op product of dienst gegroepeerd en bij elkaar geplaatst en de gedeelten op de berg zijn gemakkelijk bereikbaar via diverse kabelbanen. Dit doet helemaal niet zo gevaarlijk aan als we hadden gedacht, of zoals La Paz te boek staat; je moet gewoon opletten.

Ons hostel is Arthy's Guesthouse. Gelegen 500m van de busterminal in een van de drukste straten (verkeer-technisch). Het is een rustig hostel met schone faciliteiten waar je even kunt bekomen van de drukte buiten. De eigenaar is heel behulpzaam en legt ons van alles uit over La Paz.

Echt veel tijd om de stad te verkennen hebben we niet, het is al laat en we zijn eigenlijk alleen in La Paz om een vlucht naar Rurrenabaque te vinden. Rurrenabaque is een klein dorpje in het tropische regenwoud van Bolivia. Vanuit deze plaats vertrekken alle Amazone-tours, en die willen we graag doen! Er is echter maar 1 luchtvaartmaatschappij die hierop vliegt (Amaszonas) en die heeft geen,plek meer voor de volgende dag, of de dag daarop. Pas de dag daarna kunnen we vliegen, een grote verandering in onze planning. Toch boeken we de vlucht (we kunnen niet anders) en besluiten danbonze tijd goed te besteden en de volgende dag naar Coroico te gaan (met een minibus vol sterk ruikende locals).

Coroico ken je vast niet, maar de naam 'Death Road' heb je denk ik wel eens gehoord. Death road is een 62km lang grindpad, dat vroeger door auto's en vrachtwagens werd gebruikt om te pendelen tussen Coroico en La Paz. De naam verkreeg de weg door de vele automobilisten die daar hun dood vonden. Het is een enorm smalle weg met vele haarspeldbochten; automobilisten stortten regelmatig gewoon het ravijn in. Inmiddels is er een nieuwe, betere, geasfalteerde weg gebouw die het gebruik van Death Road veelal overbodig maakt. Daarom wordt Death Road nu vooral bereden door knotsgekke mountainbikers, die vol adrenaline keihard naar beneden gaan. Had ik al gezegd dat de weg nogal steil is? ;-)

Ikzelf en Jonny willen graag een twee van deze kntosgekke mountainbikers zijn. Je kunt daarom vanuit La Paz een tour doen, en bij de weg worden afgezet. Sinds kort kan dit ook met een organisatie vanuit Coroico 'Coroico Star', dit doen ze pas 2 maanden en ze zijn daarom nog relatief onbekend. We kregen de tip van een medereiziger op de Salkantay-trek, en besluiten deze op te volgen.

La Paz naar Coroico is een 4 uur durende rit met een collectieve minibus. Een pittige tocht van een grote stad door besneeuwde bergen een tropisch gebied in; ook Bolivia kent vele microklimaten. Coroico zelf is klein, veilig en heel relaxed. Hierom is het ook een soort bedevaartsoord voor hippies. We slapen in hotel Sol y Luna, zo'n 20 min lopen uit het stadscentrum. Eerst zoeken we alleen cafe Coroico Star, om de Death Road tour te boeken. Het cafe ligt pal aan het grote plein, makkie dus. We ontmoeten Milo, onze gids en eigenaar van het cafe. jonge ruige gast, met een blauwe veer in zijn oor. Jon en ik boeken de tour, we zijn de enige twee voor de volgende dag.

Mocht je ooit in Coroico zijn, Sol y Luna is een prachtig hostel. Het beslaat een enorm gebied midden in de jungle, met daarop het hoofdgebouw, zwembaden, een restaurant en diverse Cabana's (en erg goedkoop!)

De volgende dag begint vroeg. Ik vertrek met Jon om 6 uur naar het cafe om de tour te beginnen. Irene en Patrick blijven in Sol y Luna, en zullen we na de tour in het cafe ontmoeten. We hebben instructies om Milo letterlijk wakker te schreeuwen (hij woont boven het cafe). Dit lukt, hij geeft aan nog een aantal minuten nodig te hebben. Als het cafe open gaat zien we waarom, een Amerikaans meisje doet de Walk-of-shame naar buiten (compleet met zonnebril) en Milo is zeer, zeer vrolijk gestemd. We krijgen ontbijt, spullen (helm, beschermers) en zoeken een fiets uit. Alle fietsen zijn nieuw, hydrolische remmen etc. Veilig. Ik mag op Milo's fiets omdat ik te lang ben voor de rest; een boze gifgroene mountainbike met voorvering en een kaarsrecht gouden stuur. Tof ;-)

Om bij Death Road te komen moeten we wel 2 uur met een taxibus naar boven. Deze dappere taxichauffeur zal ons ook de hele weg naar beneden volgen, just in case. Op de top trekken we alle bescherming aan en testen we de remmen. Want die heb je nodig! Wow wat is dat stijl en ga je hard! Heel gaaf. Na 10min krijgt Jon het voor elkaar lek te rijden en worden we ingehaald door alle tours uit La Paz. Geen probleem. Zodra Milo door heeft dat we beiden zeer comfortabel op hoge snelheid kunnen afdalen wordt hij 'loco'. Met bizarre snelheid halen we alle andere tours in en zijn we als eerste beneden, alleen stoppend voor foto's en prachtige watervallen. Sommige paden zijn zo steil en smal dat ik wel begrijp dat auto's hier naar beneden lazeren. Normale tijd is iets meer dan 2 uur en een kwartier, wij doen het in 1 uur en 30 minuten. Een van de tofste dingen die ik heb gedaan.

We worden door de taxi teruggereden naar Coroico en lunchen met Patrick en Irene. Daarna moeten we al snel een bus zoeken naar La Paz, morgen vliegen we immers naar Rurrenabaque. We regelen een privebus met 2 argentijnen, 2 canadezen en ons groepje. Dat maakt de reis wat leuker dan de heenreis!

IMG-20150402-WA0016 IMG-20150402-WA0017 20150326_175538

20150326_175439 20150326_161144 20150326_135035

Foto’s